Hoeveel moet je trainen?

De hoeveelheid training (zowel omvang als intensiteit) is uiteraard volledig afhankelijk van de eigen doelstellingen en de belastbaarheid van het eigen lichaam. Voor recreatieve triatleten die vaak per seizoen aan één of enkele kwart triathlons deelnemen, is het vaak voldoende om ieder onderdeel eenmaal per week te trainen. Meer wedstrijdgerichte atleten trainen meestal vaker dan dat, zeker als zij ook deelnemen aan langere wedstrijden. Voor ‘Almere-gangers’ zijn in de aanloop trainingsweken met een omvang van tien uur of meer geen uitzondering.

Bij het trainen moeten twee zaken steeds in het oog gehouden worden:

  1. Neem voldoende rust. Een optimaal trainingseffect bereikt men als men niet te lang, maar ook zeker niet te kort rust. In de rustfase werkt het lichaam aan de eigen versterking als gevolg van de trainingsprikkel. Als men te kort wacht, is men onvoldoende hersteld. Als men te lang wacht, verdwijnt het trainingseffect.
  2. Bouw de trainingsbelasting niet te snel op. Besef dat je lichaam langzaam moet wennen aan toenemende belasting. De spieren en het ademhalingsapparaat zijn relatief snel aangepast aan duursport, maar met name de pezen hebben meer tijd nodig. Het is verstandig om niet te snel ineens lange afstanden te gaan doen.
  3. Maak een jaarplanning. Probeer prioriteiten te leggen in de wedstrijden die je doet. Sommige wedstrijden zijn belangrijker voor je dan andere. Plan je belangrijkste wedstrijden (niet te veel, en niet te dicht op elkaar) ruim van tevoren en werk daar in je trainingen gericht naartoe, zodat je fysiek én mentaal maximaal voorbereid als je voor een voor jou belangrijke wedstrijd staat. Eventuele andere wedstrijden kunnen als een soort van ‘intensieve training’ dienen, als vormtest naar jouw doel. Stel je van tevoren reële doelen over de tijd die je wilt proberen te realiseren. Dit kan je helpen om je tijdens de wedstrijd te concentreren op dat doel.
    Verder is het aan te raden om in de wintermaanden, buiten het triathlonseizoen, wat gas terug te nemen. Op die manier geef je jezelf in de periode oktober – januari weer wat rust (en gelegenheid om enige tijd je aandacht wat meer op andere zaken te richten), waardoor je in de voorbereiding naar het volgende seizoen weer met hernieuwde gretigheid kan gaan werken aan de wedstrijdvorm. Schroef zowel de trainingsomvang als de intensiteit wat terug, of ga eens wat anders doen. De winterperiode is bijvoorbeeld uitstekend geschikt om te schaatsen of te mountainbiken, om te werken aan je basis. Zo heb je in deze periode de gelegenheid om bij het zwemmen langere tijd goed aan je techniek te schaven, of om in rustig tempo je duurvermogen op te krikken door het doen van langere rustige duurlopen.

Periodeplanning (Let op: powerpointdocument met veel extra info, ongeveer 4Mb)

Periodeplanning (Worddocument, alleen het schema)In alle gevallen geldt dat goed ‘luisteren naar je lichaam’, en een goede begeleiding blessures kunnen voorkomen en het sportplezier op de lange termijn kunnen garanderen. Aansluiting bij een triathlonvereniging is in dit kader aan te bevelen, omdat je je dan op een deskundige manier kan laten begeleiden.