De trainingen bij RTC zijn gericht op het zo goed mogelijk presteren tijdens een triathlon van olympische afstand (1 of 1,5 km zwemmen, 40 km fietsen en 10 km hardlopen). Het fietsgedeelte neemt de meeste tijd in beslag en op dit onderdeel is dan ook de grootste tijdwinst te halen.
Het fietsen bij triathlon is een beetje te vergelijken met een tijdrit bij het wielrennen. Er zijn echter verschillen:
- Een wielrenner kan zich tijdens een tijdrit 100% geven, een triatleet moet energie over houden voor het hardloopgedeelte
- Een wielrenner kan op kracht fietsen (zwaar verzet / lagere trapfrequentie) terwijl een triatleet altijd iets meer op souplesse (licht verzet / hogere trapfrequentie) moet fietsen om niet “verzuurd” te gaan hardlopen
- Verschil in houding op de fiets (terug te leiden tot het hardlopen na het fietsen): een wielrenner zit lager en meer naar achteren op de fiets. Een triatleet heeft een hogere zit en is ook iets meer naar voren geplaatst. Op deze wijze kun je “vanuit de heupen” fietsen en gaat de overgang van fietsen naar hardlopen makkelijker. Tijdens de training letten de fietstrainers op een goede “zit” en trapfrequentie van de leden
Andere doelstellingen
Sommige RTC’ers houden van lang en ver. Ook bij deze voorbereiding voor de langere afstanden (zoals de hele triathlon) passen de fietstrainingen van RTC in het trainingsschema.
Naast de reguliere trainingen rijden de liefhebbers een aantal tochten:
- In mei of juni is wordt vrijwel ieder jaar wel een keer een langere afstand gereden.
- Hemelvaartsdag: sinds 2003 is het een goede traditie dat een groepje RTC’ers op de fiets naar het trainingsweekend rijdt (locatie in de Ardennen), ook goed voor ruim 300 km.
- Tenslotte zijn er genoeg leden die naast de RTC trainingen langere fietstochten inplannen en de andere leden hiervan op de hoogte brengen
Gedragsregels
- Vanaf het vertrekpunt bij HPSV in het Zuiderpark duurt het enkele kilometers voordat het verkeer wat rustiger wordt. Vooral bij dit aanloopstuk houden we ons aan de verkeersregels (stoplichten!)
- Niet schreeuwen als je fietsende recreanten wilt inhalen, er wordt gebruik gemaakt van signalen zoals ‘voor’ of ’tegen’.
- Het dragen van een goedgekeurde valhelm is tijdens fietstrainingen verplicht
- Maak geen gebruik van je opzetstuur als je in een peloton(netje) rijdt
Een andere vorm van gedragsregels betreft het elkaar waarschuwen voor gevaar:
- Van de voorste fietsers kan je de kreten zoals “(auto) tegen”, “(fietser) tegen”, “voor”, “achter”, of “paal” verwachten
- Vanuit het achterste gedeelte van het peloton betekent “auto achter” dat een auto het peloton van achter wil inhalen
Routes
- Route Westland, waarbij we zoveel mogelijk drukke verkeerswegen en stoplichten mijden.
- Het gebied tussen Kijkduin, Hoek van Holland, Maassluis, Vlaardingen, Rotterdam, Zoetermeer en Den Haag
- De duinen tussen Scheveningen en Zandvoort, en terug langs de Vliet tussen Leiden en Rijswijk
- Voor specifieke trainingen (kracht- en heuveltrainingen) gebruiken we het parcours van de Westlandse wielervereniging WWV, het wielerparcours bij Vlaardingen of de “heuvel” langs de Nieuwe Waterweg.
Het aantal te fietsen kilometers zit meestal tussen de 70 en 90 (uit en thuis vanuit het startpunt in het Zuiderpark). Eens per maand wordt een wat langere route gereden waarbij het aantal kilometers kan uitkomen op 100+.
Tempo
We rijden bijna altijd in twee groepen; een snelle groep en een minder snelle groep. De gemiddelde snelheden van beide groepen zijn resp. 28 en 22 km/uur. Om dit gemiddelde te halen wordt er op de langere rechte stukken resp. 35 en 30 km/uur gefietst. Afhankelijk van je conditie / motivatie mag je bij het vertrek zelf een keuze maken tussen beide groepen. Er wordt bij beide groepen altijd gewacht op de minst snelle fietser. De snellere fietsers binnen de groep leggen een grotere afstand af door te “bezemen”. Voor beide groepen omvat de training bijna altijd (uitzondering: duurrit) meerdere intervallen (tempoversnellingen).
Periode: maart – oktober
Vanaf oktober wordt de racefiets omgewisseld voor de ATB. In het zomerseizoen, als de avonden lang genoeg zijn (begin mei t/m begin september) rijden we ook op de woensdagavond.
Eten en drinken
- Ontbijt goed voorafgaande aan de fietstraining
- Neem zeker één grote bidon met water mee
- Neem een tweede bidon met energiedrank mee
- Of in plaats van vloeibare energiedrank: energie-gel of energierepen (banaan)
- Een paar losse euro’s zijn handig voor het geval je wat aanvullende energie nodig hebt of – wat incidenteel gebeurt – de hele groep een terras gaat opzoeken
- Een mobiele telefoon is evt. handig om thuis te kunnen melden dat het wat later wordt
Kleding
- Fietsshirt
- koersbroek
- Bij kouder weer / regen: een lange broek en een (regen)jas met lange mouwen
- Fietsbril, al dan niet gekleurd of geslepen
Pech onderweg
In ieder geval meenemen:
- Eén, of liever twee reserve binnenbanden
- Plakspullen
- Een goed werkende fietspomp
Daarnaast is handig:
- Een kettingpons
- Een multitool met daaraan een aantal inbussleutels, een schroevendraaier en een kruiskop
Even melden bij de trainer
Nieuwe (proef) leden: meld je aan het begin van de training bij de fietstrainer zodat deze een indruk kan krijgen van je fietservaring!
Lees ook: Racefietsregels RTC